Massa's toeristen...

Een bijna dorps Oudekerksplein. De straten zijn schoner dan ze lange tijd zijn geweest....


Stephanie Panders, reisjournalist, voor o.a. FD reist net voordat het reizen weer grootschalig op gang komt, van Amsterdam naar Sicilië. Ze spreekt onderweg met de frontwerkers van het toerisme. Niet de beleidmakers, maar de hoteliers, gidsen en bewoners. Zo sprak ze in Amsterdam met een bekende van Stadsgoed: Edwin Schölvinck, bewoner en actief betrokkene bij de bewoners campagne  'We live here' over toerisme en het wonen op de wallen voor en tijdens Corona.

Lees het volledige artikel
Een bijna dorps Oudekerksplein. De straten zijn schoner dan ze lange tijd zijn geweest. 

‘Als ik de beelden terugkijk van voor maart 2020 zie ik pas dat het pure waanzin was. Een mensenmassa die schouder aan schouder over de smalle grachten beweegt. Het is eigenlijk niet te geloven dat het er hier, nog maar zo kort geleden, zo uitzag ...’ Edwin Schölvinck (55) is aan het woord.
 
Hij is een van de vrijwilligers van de bewonerscampagne I Live Here. Ik zit bij hem in de huiskamer van het burgerinitiatief op het Oudekerksplein, hartje Amsterdam. Voor de deur is het rustig. Dorps bijna. Een groepje buurtbewoners treft elkaar op het plein, maakt een praatje. Een man in een oranje hesje prikt zwerfvuil. Veel valt er niet te prikken. De straten zijn schoner dan ze lange tijd zijn geweest.
 
Fotografie: Patrick Coerse
‘Hoewel het hier in de buurt nog stil is, bereid ik me geestelijk voor op wat er komen gaat’
Schölvinck praat vanuit het keukentje, waar hij thee voor ons zet. Schotse collie Jorge kijkt stoïcijns langs mij heen. Als je maar lang genoeg met je baasje op de Amsterdamse Wallen woont, word je waarschijnlijk vanzelf zo. Hier was het tot maart 2020 iedere dag Koningsdag. Er werd gefeest, gedronken, gezongen en meestal ook nog een robbertje gevochten.
 
Als Schölvinck en zijn hond op een drukke avond naar huis wilden, schuifelden ze geduldig mee in de menigte tot ze hun voordeur in de Lange Niezel bereikt hadden. Voor wie op de Wallen woont, was er geen ontkomen aan. ‘Weet je dat de meeste toeristen oprecht verbaasd zijn als je ze vertelt dat hier mensen wonen?’ zegt Schölvinck.
 
 
Ik wilde deze serie in eigen stad beginnen. Het voelt minder exotisch dan schrijven over Venetië of Rome, maar de situatie is minstens zo alarmerend. Uit een onderzoeksrapport in opdracht van de gemeente Amsterdam blijkt dat in 2019 naar schatting 900.000 bezoekers per week de Wallen bezochten. In het weekend, dat al op donderdag begint, is het nog drukker. Op zo’n dag hebben we het dus over zo’n 130.000 mensen. Schölvinck ging dus meestal op vrijdag de stad uit en kwam zondagavond terug.
 
De campagne van de bewoners viel op na de start in juni 2018. Een serie frisse fotoportretten van buurtbewoners afgedrukt op posters in de buurt. Daarop groot de tekst I Live Here. In de huiskamer op het Oudekerksplein worden ze in een kleiner formaat tentoongesteld. Toeristen kunnen hier binnenstappen voor een ontmoeting met bewoners, om hun verhaal aan te horen.
 
Uit geen van de foto’s spreekt boosheid en dat geldt ook voor Schölvinck: ‘De toeristen hoeven van mij niet weg. Ik woon hier omdat ik van reuring houd, maar het helpt als bezoekers weten dat wij hier wonen. Dat het geen pretpark is.’
 
 
Het is stil op de Wallen.
Steegjes van het slot
De campagne heeft het aantal toeristen natuurlijk niet verminderd, maar hopelijk wel de bewustwording van bezoekers vergroot en het buurtgevoel versterkt. Dat laatste doet veel voor de beleving, het gevoel dat je niet de enige bent die last heeft van het lawaai en de drukte. ‘Laatst hebben we vergaderd over de toekomst van het project en dan komen er steeds meer ideeën op tafel die niets met toerisme te maken hebben maar wel met een leukere buurt.’ Een sterkere, weerbare buurt als wapen in de strijd tegen overtoerisme. Bij I Live Here geloven ze erin.
 
Na de thee lijnen we Jorge aan voor een rondje. Op de bank voor de Oude Kerk zitten drie vrouwen met koffie in de zon. Eentje wiegt een kinderwagen. Een oude vrouw voert de duiven, verderop veegt iemand z’n stoepje schoon. Een paradijselijke plek, maar zoals het gaat met paradijzen: vroeg of laat word je eruit gegooid. ‘Sinds de versoepelingen is het al drukker in de stad. Hoewel het hier in de buurt nog stil is, merk ik dat ik me geestelijk alweer voorbereid op wat er komen gaat. Zo diep zit het.’
 
We lopen door naar de Zeedijk. Twee Franse pubers, die op de troepen vooruitlopen, voelen zich betrapt bij het rollen van een joint en duiken weg. ‘Daarom zitten de hekken van deze stegen normaal gesproken dus op slot’, zegt Schölvinck. Sinds het zo rustig is, blijven de hekken tot zes uur ’s avonds open en kunnen bewoners weer gewoon doorsteken. ‘Eigenlijk is dit normaal en was dat andere abnormaal. Gek hoe je je dat achteraf pas ten volle realiseert. Maar ik ben ook een realist. Dit blijft niet zo en dat zou mijn onderbuurman met z’n net geopende zaakje ook niet willen. Er moet ook gewoon geld verdiend worden.’
 
Bakkerscafé Pommepomme ging vlak voor de eerste lockdown open. ‘Als onze verhuurder Stadsgoed niet zo schappelijk was, waren we al failliet geweest’, zegt mede-eigenaar Robert Sassen.
 
 
Mede-eigenaar Robert Sassen van bakkerscafé Pommepomme, dat allerlei producten van appels verkoopt.
Inspraak bewoners
Als we weer doorlopen zegt Schölvinck: ‘Plekken als Pommepomme en creatieve ideeën kunnen de balans terugbrengen in de buurt. Dan wordt het weer leuk voor bezoekers én bewoners.’ Woningcoöperaties Stadsgoed en NV Zeedijk zijn belangrijke spelers in het leefbaar maken van deze buurt. Stadsgoed heeft de afgelopen jaren een aantal panden opgekocht en hoogwaardig opgeknapt en verhuurt ze nu voor schappelijke prijzen. Bewoners kunnen vertellen wat voor soort bedrijfjes ze in die panden wensen en daar geeft de woningcoöperatie gehoor aan. Geen souvenirwinkels of wafelbakkers, maar creatieve ondernemers die de buurt iets komen brengen. Zie de Koffieschenkerij op het Oudekerksplein en brouwerijwinkel De Prael op de Oudezijds Voorburgwal.
 
Later die middag eet ik een ijsje met Leonard de Groot (57) en Dorian van der Kooij (56), op de Nieuwmarkt. Ze kwamen vier jaar geleden aan de Kloveniersburgwal wonen en werden overvallen door de drukte. Wat wensen zij straks voor hun buurt? Van der Kooij hoopt dat bezoekers iets terugdoen voor de bewoners. Ik las over een workshop waarbij toeristen van zelf op de Wallen verzameld afval hun eigen souvenir maken. Een ander ludiek idee: trouw een Amsterdammer voor één dag en ontdek samen de geheime plekken in de stad. Van der Kooij: ‘Ik kan me voorstellen dat ik contact met toeristen leuk zou kunnen vinden. Toerist is nu een containerbegrip en dan wordt het weer gewoon een mens.’
 
De Groot is minder mild: ‘Maak reizen duurder. Bereken de volledige schade voor het milieu en dan doe ik van harte zelf ook een stapje terug. Waarom zou iedereen overal maar recht op hebben? Ik denk dat ik het uiteindelijk hier niet volhoud als we teruggaan naar de oude situatie. Wonen aan de gracht was een droom van vroeger. Nu worden de bewoners verdreven. Dat kan niet, want zij maken de stad.’
 
Op de Nieuwmarkt wacht een handjevol klanten op zijn beurt bij de marktkramen. Bij vishandel Tel op de Kloveniersburgwal worden kratten sepia en zeebaars aangesleept. Dankzij de sociale woningbouw rondom het plein heeft de Nieuwmarktbuurt altijd een stevige woonfunctie behouden. Een zege, want ook nu de toeristen wegblijven, voelt het hier allesbehalve zielloos. Ik denk aan wat Schölvinck zei: ‘Het oude normaal was eigenlijk abnormaal.’ Wie wil er nou terug naar het oude abnormaal? Van der Kooij niet: ‘Eigenlijk is het nu helemaal goed. Gewoon een gezellige buurt.’
 
 

Terug naar overzicht

Op de hoogte blijven van ons aanbod ?
Meld je hieronder vrijblijvend aan

Woning
Bedrijfsruimte